Video není dostupné.
Omlouváme se.

De Rijdende Rechter - De verbouwde bedrijfswoning (29-01-2001)

Sdílet
Vložit
  • čas přidán 13. 08. 2021
  • De Rijdende Rechter, gepresenteerd door Mieke van der Weij, waarin rechter mr. Frank Visser uitspraak doet in een conflict. De zaak wordt ter plaatse beoordeeld, er volgt een hoorzitting en de zaak wordt later in de rechtszaal (de studio) gevonnist. De uitspraak is bindend en hoger beroep is niet mogelijk en alle partijen gaan vooraf akkoord. In deze aflevering: renovatie op papier.
    1. Van der Hulst huurt sinds 1 december 1996 van Dekker een kantoor met bovenwoning, gelegen te Amsterdam aan de Prinsengracht 347. De huur is aangegaan voor de duur van 5 jaar en loopt derhalve af per 1 december 2001, tenzij Van der Hulst gebruik maakt van de hem verleende optie de huur met nog eens 5 jaar te verlengen. De kale huurprijs is thans ƒ 3.141,42 per maand.
    2. Bij het aangaan van de huurovereenkomst is een huurcontract opgesteld. Dat contract is door partijen niet ondertekend. Daarin wordt onder meer verwezen naar algemene verhuurvoorwaarden (hierna te noemen: de algemene voorwaarden).
    3. In artikel 4.3 van het huurcontract is de huurprijs geïndexeerd. Voor de uitwerking van deze indexering wordt weer verwezen naar artikel 4.1 tot en met 4.3 van de algemene bepalingen. Deze indexering is in de praktijk gevolgd.
    4. Volgens artikel 2.10.2 van die algemene voorwaarden is het verboden zonder voorafgaande toestemming van de verhuurder wijzigingen aan te brengen in, op of aan het gehuurde.
    5. In artikel 5.1 van die algemene voorwaarden wordt verder onder meer geregeld, dat de huurder bij het einde van de huur de hiervoor onder 4. bedoelde wijzigingen ongedaan maakt. Daaraan is toegevoegd, dat de verhuurder voor niet verwijderde zaken geen enkele vergoeding verschuldigd is.
    6. Voorafgaande aan het sluiten van de huurovereenkomst is tussen partijen besproken, dat (met name) het woongedeelte van het pand opgeknapt (verbouwd) zou worden. Daartoe heeft Dekker toestemming gegeven. De daarmee gemoeide kosten ad ƒ 68.323,42 zijn door Dekker voorgefinancierd en door Van der Hulst (met rente) correct afbetaald.
    7. Bij het hiervoor onder 6. bedoelde overleg is tevens gesproken over het gedeeltelijk terugbetalen van deze verbouwingskosten door Dekker aan Van der Hulst, indien deze het gehuurde zou verlaten.
    8. Naast de verbouwingskosten heeft Van der Hulst nog ƒ 36.765,-- uitgegeven aan een nieuwe keuken, een nieuwe badkamer en een parketvloer. Tevens heeft hij het binnenwerk laten schilderen voor ƒ 5.000,--.
    9. Bij brief van 28 juni 1999 heeft Dekker aan Van der Hulst laten weten, dat hij de huurrelatie per 1 december 2001 wel wil voortzetten, maar dat alsdan een kale huurprijs van ƒ 6.500,-- tot ƒ 7.500,-- per maand gevraagd zal worden. Van der Hulst heeft laten weten deze prijs niet te kunnen en/of willen betalen en heeft aanspraak gemaakt op terugbetaling van 50% van de verbouwingskosten, plus een deel van de kosten van de badkamer, keuken en parketvloer. Dat is door Dekker geweigerd.
    10. Bij brief van 7 juli 2000 heeft Dekker erkend, dat hij op zichzelf bereid geweest zou zijn om Van der Hulst onder bepaalde voorwaarden tegemoet te komen in de door Van der Hulst zelf te bekostigen verbouwingskosten, indien de huur binnen de eerste vijf jaar beëindigd zou worden. Hij zou dan de helft van de dan geldende boekwaarde van de verbouwingskosten aan Van der Hulst terug betalen.
    Datum hoorzitting: 8 december 2000
    Plaats hoorzitting: Amsterdam
    Datum uitspraak: 27 december 2000
    Plaats uitspraak: Hilversum
    Graag een fragment geüpload zien? Zet het in de reacties!
    #DeRijdendeRechter

Komentáře • 51