Klopt het dat het enige verschil tussen oligopolie en monopolistische concurrentie het aantal aanbieders is wanneer je spreekt van een oligopolie met heterogene producten?
In grote lijnen klopt het wat je zegt. Extra opmerking: de toetreding tot de markt is bij een oligopolie vaak wel moeilijker. Dat blijkt al aan het aantal aanbieders. Bij een oligopolie zijn dat er maar een paar en bij monopolistische concurrentie veel. Groeten, Frank
Zijn er nog verschillen in de berekeningen tussen de verschillende marktvormen? (Als in maximale winst is bij MO=0, EV= C+I enz.) Goede uitleg trouwens!
In principe bereken je de maximale winst en het break even punt bij alle marktvormen op een zelfde manier. Ik heb nog een les over maximale winst bij een monopolie, oligopolie etc. Check die nog even. Verder wel opletten, want de totale winst is niet maximaal als MO=0, maar als MW=0 en dat is als MO=MK. Duidelijk? Grtn, Frank
Goede vraag! Ik zou zeggen een heterogene oligopolie, want er zijn maar een paar ketens (AH, Jumbo, Lidl) die een groot deel van de markt in handen hebben. Bij monopolistische concurrentie heb je echt veel aanbieders (denk aan eetgelegenheden of kledingwinkels). Groet, Frank van de Economie Academy (PS: check ook eens @hulpbijeconomie op Instagram)
he Dani, bij monopolistische concurrentie is het product ALTIJD HETEROGEEN. Monopolistische concurrentie (de naam zegt het al) is een marktvorm met kenmerken van volkomen concurrentie (veel aanbieders, homogeen product) en een monopolie (één aanbieder). Bij monopolistische concurrentie heb je veel aanbieders die concurrenten van elkaar zijn, maar omdat het product net een beetje of wat meer verschilt, zijn ze op een deel van de markt monopolist. Denk aan de markt van frisdrank. Red Bull en Cola zijn hierop actief, dus concurrenten van elkaar, maar het product is zo verschillend (heterogeen) dat ze allebei in hun eigen gebiedje als het ware monopolist zijn. Duidelijk? grtn, Frank
Sem de Waard Monopolistische concurrentie staat erop bekend dat er veel aanbieders zijn. Dat geeft al aan dat het nooit erg moeilijk zal zijn om de markt te betreden. Denk aan detailhandel (kledingwinkels) of restaurants. Je moet er natuurlijk wel wat voor doen en een behoorlijk startkapitaal hebben (en kennis), maar dat is voor behoorlijk wat mensen haalbaar. Dus eigenlijk zegt het aantal aanbieders genoeg over hoe moeilijk of makkelijk het is om toe te treden. Grtn, Frank
Hallo Jill, klopt, marktvormen horen bij de examenstof van domein D op Havo en Vwo. Bedoel je de afspeellijst van de examentraining van domein D, waarin deze video mist? Groet, Frank van de Economie Academy
Kan die vrije toe en uitreding ook lastiger gemaakt worden omdat je voor sommige markten/producten een octrooi nodig hebt? Of is dat geen geldig antwoord.
Zeker, als de bestaande aanbieder een octrooi heeft is het moeilijker om toe te treden. Dan moet de nieuwkomer zelf veel investeren in een nieuwe technologie of de bestaande aanbieder betalen om de techniek te mogen toepassen. Goede vraag. Succes met leren. Groet, Frank
He Dani. Omdat er bij volkomen concurrentie heel veel aanbieders zijn hebben individuele aanbieders geen invloed op de prijs waarvoor het product op de markt verhandeld wordt. De prijs is voor individuele aanbieders op een markt van volkomen concurrentie een gegeven. Grtn, Frank
Sabine, er is bij een monopolie 1 aanbieder, dus ook maar 1 type product. Dan is het automatisch homogeen. Dit is wel behoorlijk theorie, want in werkelijkheid kan een monopolist natuurlijk verschillende varianten van een product op de markt brengen. Grtn en succes, Frank
ha Yiggie. Ik ga binnenkort nog wat filmpjes maken. Laatste tijd erg druk gehad. Dat met GO en GTK is eigenlijk zo ook wel uit te leggen. G staat voor Gemiddeld. Voorbeeld uit je eigen praktijk: Je hebt voor economie drie cijfers gehaald , een 6, 7 en 9. In TOTAAL zijn dat 22 punten en GEMIDDELD is dat 22 / 3 toetsen = 7,33. Nu de economische praktijk: Een producent heeft drie producten geproduceerd. In totaal zijn de productiekosten €22. Dan zijn de gemiddelde productiekosten per product €22 / 3 producten = €7,33 per product. Dus TK = €22 en GTK = €22 / 3 = €7,33. Zo ook met de Gemiddelde Opbrengst (GO). Als de totale opbrengst van de verkoop van drie producten €22 is, dan is de gemiddelde opbrengst €22 / 3 = €7,33. Hopelijk heb je hier iets aan. Grtn, Frank
Leuk te horen. Ik heb een oplossing voor in de klas ontwikkeld op basis van video. Helemaal afgestemd op het examenprogramma en met veel uitleg video's en video's met nabesprekingen van examenopgaven. Hier meer info: www.economie-academy.nl/docenten-en-scholen
Danielle Zwijnenburg Omdat een monopolist niet transparant werkt. Je weet als consument namelijk slecht te achterhalen waar je voor betaald. Er is geen vergelijkingsmateriaal (geen concurrerende producten) om te bepalen of je gepakt wordt of een eerlijke prijs betaalt. Dus volgens mij is een markt met een monopolie niet transparant. Het gaat om de transparantie te bepalen niet of je makkelijk de aanbieders kan zien (dat is makkelijk met een monopolist) maar of je over voldoende markt informatie beschikt om als consument (voor jezelf) een goede keuze te maken. Duidelijk? Grtn, Frank
Beetje late reactie. Ze zijn niet zo transparant als de marktvorm volkomen concurrentie, want de producten zijn heterogeen (dus verschillend). Je hebt ook een homogene oligopolie en die marktvorm is wel iets transparanter dan een heterogene oligopolie. Hopelijk zo duidelijker. Groeten, Frank
Dankjewel voor dit filmpje Arnold! Ik heb me economie toets helemaal verkankerd. Ik zal blijven checken later
lekker man
😂😂😂
Mood
Je transformeerde opeens in Kermit de kikker op 11:46, verder goede video, veel aan gehad voor mn VCT :)
Hahaha. Klopt, ik klus af en toe wat bij. Dank je voor de positieve feedback. Dat motiveert me om te blijven verbeteren en innoveren! Groeten, Frank
😂😂😂😂😂😂😂😂😂😂
De voorbeelden die u gebruikt, zoals bijvoorbeeld de frisdrank, zijn echt handig.
Zoals bijvoorbeeld tautologie
Heb je niets beters te doen? Reactie is 6 jaar oud.
@@aro_queer_and_tired 😂😂😂
Dankuwel, dit maakt het allemaal een stuk duidelijker!
Hartstikke bedankt, Frank, voor weer een duidelijk en leerzaam filmpje!
Bedankt, dit was zeer duidelijk.
dankjewel, dit heeft me echt geholpen bij het leren voor m'n schriftelijke examen!!
Triest hoor, die negatieve reacties...
Bedankt frank! Hopelijk helpt dit me zoals altijd weer naar een goed cijfer.
Afspeelsnelheid X 1,5😉
niet als je het allemaal wilt meeschrijven
@@casperdecrook2612 welke fag gaat dit nou meeschrijven
@@thibo3395😂
Jij bent echt een held, Frank.
Goeie. Staat op de lijst om te maken. Waarschijnlijk begin 2014 beschikbaar. Grtn, Frank
Je bent geweldig. Bedankt!
Dank je!
Deze staat met stip in de top tien van positieve comments. Haha. Grtn, Frank
11:46 :p
Ik leef nog :)
geweldig xD, zo beland je zomaar in een aflevering van buurman en buurman.
Goed uitgelegd! bedankt!
Bedankt Justin! Grtn, Frank
11:43 HAHA, we love you.
Haha. Klinkt goed he.
11:46
Goede, heldere uitleg. Transparante uitleg😉
Super fijn uitleg, dank u!
Goed te horen. Succes met leren. groet, Frank
Klopt het dat het enige verschil tussen oligopolie en monopolistische concurrentie het aantal aanbieders is wanneer je spreekt van een oligopolie met heterogene producten?
In grote lijnen klopt het wat je zegt. Extra opmerking: de toetreding tot de markt is bij een oligopolie vaak wel moeilijker. Dat blijkt al aan het aantal aanbieders. Bij een oligopolie zijn dat er maar een paar en bij monopolistische concurrentie veel. Groeten, Frank
Goed filmpje, bedankt!
Dank u. Succes met leren. Grtn, Frank
Zijn er nog verschillen in de berekeningen tussen de verschillende marktvormen? (Als in maximale winst is bij MO=0, EV= C+I enz.) Goede uitleg trouwens!
In principe bereken je de maximale winst en het break even punt bij alle marktvormen op een zelfde manier. Ik heb nog een les over maximale winst bij een monopolie, oligopolie etc. Check die nog even. Verder wel opletten, want de totale winst is niet maximaal als MO=0, maar als MW=0 en dat is als MO=MK. Duidelijk? Grtn, Frank
Economie Academy Hilversum Oh ja, ik bedoelde ook MO=MK, weet niet waarom ik het verkeerd zei. Wel heel erg bedankt!
waar vallen de supermarkten onder? Zijn ze een heterogene oligopolie of zijn ze een monopolistische concurentie?
Goede vraag! Ik zou zeggen een heterogene oligopolie, want er zijn maar een paar ketens (AH, Jumbo, Lidl) die een groot deel van de markt in handen hebben. Bij monopolistische concurrentie heb je echt veel aanbieders (denk aan eetgelegenheden of kledingwinkels). Groet, Frank van de Economie Academy (PS: check ook eens @hulpbijeconomie op Instagram)
Bedankt! Goed uitgelegd!
Bij monopolistische concurrentie kan het product toch zowel homogeen als heterogeen zijn ? Of is dat niet zo..
he Dani, bij monopolistische concurrentie is het product ALTIJD HETEROGEEN. Monopolistische concurrentie (de naam zegt het al) is een marktvorm met kenmerken van volkomen concurrentie (veel aanbieders, homogeen product) en een monopolie (één aanbieder). Bij monopolistische concurrentie heb je veel aanbieders die concurrenten van elkaar zijn, maar omdat het product net een beetje of wat meer verschilt, zijn ze op een deel van de markt monopolist. Denk aan de markt van frisdrank. Red Bull en Cola zijn hierop actief, dus concurrenten van elkaar, maar het product is zo verschillend (heterogeen) dat ze allebei in hun eigen gebiedje als het ware monopolist zijn. Duidelijk? grtn, Frank
Economie Academy Hilversum erg bedankt ! begrijp het nu helemaal !
kan je bij monopolistische concurrentie makkelijk toetreden?
Sem de Waard Monopolistische concurrentie staat erop bekend dat er veel aanbieders zijn. Dat geeft al aan dat het nooit erg moeilijk zal zijn om de markt te betreden. Denk aan detailhandel (kledingwinkels) of restaurants. Je moet er natuurlijk wel wat voor doen en een behoorlijk startkapitaal hebben (en kennis), maar dat is voor behoorlijk wat mensen haalbaar. Dus eigenlijk zegt het aantal aanbieders genoeg over hoe moeilijk of makkelijk het is om toe te treden. Grtn, Frank
Hoi!
Topvideo! Vroeg me alleen af waarom deze niet bij domein D staat. Dit is toch ook examenstof?
Hallo Jill, klopt, marktvormen horen bij de examenstof van domein D op Havo en Vwo. Bedoel je de afspeellijst van de examentraining van domein D, waarin deze video mist? Groet, Frank van de Economie Academy
@@FrankEconomie Jes exact. Ik mis in die afspeellijst wat video's die wel bij de examenstof horen. Groet
Dankjewel!
Kan die vrije toe en uitreding ook lastiger gemaakt worden omdat je voor sommige markten/producten een octrooi nodig hebt? Of is dat geen geldig antwoord.
Zeker, als de bestaande aanbieder een octrooi heeft is het moeilijker om toe te treden. Dan moet de nieuwkomer zelf veel investeren in een nieuwe technologie of de bestaande aanbieder betalen om de techniek te mogen toepassen. Goede vraag. Succes met leren. Groet, Frank
Dankuwel!!!!
Geen dank. Bedankt voor je positieve feedback. Succes met leren. Check ook eens m'n website eens | www.economie-academy.nl/examentraining
Nog een vraag.. Wat bedoelt u met geen invloed op de prijs bij markt van volkomen concurrentie ?
He Dani. Omdat er bij volkomen concurrentie heel veel aanbieders zijn hebben individuele aanbieders geen invloed op de prijs waarvoor het product op de markt verhandeld wordt. De prijs is voor individuele aanbieders op een markt van volkomen concurrentie een gegeven. Grtn, Frank
heeft u ook een video met uitleg over de solvabiliteit en liquiditeit
bedankt frankie erg handy
is het niet zo dat bij een monopolistische concurrentie veel aanbieders zijn, maar dat er een veel meer verkoopt?
Waarom wordt er bij de marktvorm Monopolie niet gesproken over een heterogeen of homogeen product?
Sabine, er is bij een monopolie 1 aanbieder, dus ook maar 1 type product. Dan is het automatisch homogeen. Dit is wel behoorlijk theorie, want in werkelijkheid kan een monopolist natuurlijk verschillende varianten van een product op de markt brengen. Grtn en succes, Frank
LEKKER MAN!
11:46 ik kan niet meer 😂😂
Is de supermarkt een abstracte of concrete markt?
Concrete
EconomieAcademy Dat filmpje over die GO, GTK etc. is die al gemaakt?
ha Yiggie. Ik ga binnenkort nog wat filmpjes maken. Laatste tijd erg druk gehad. Dat met GO en GTK is eigenlijk zo ook wel uit te leggen. G staat voor Gemiddeld. Voorbeeld uit je eigen praktijk: Je hebt voor economie drie cijfers gehaald , een 6, 7 en 9. In TOTAAL zijn dat 22 punten en GEMIDDELD is dat 22 / 3 toetsen = 7,33. Nu de economische praktijk: Een producent heeft drie producten geproduceerd. In totaal zijn de productiekosten €22. Dan zijn de gemiddelde productiekosten per product €22 / 3 producten = €7,33 per product. Dus TK = €22 en GTK = €22 / 3 = €7,33. Zo ook met de Gemiddelde Opbrengst (GO). Als de totale opbrengst van de verkoop van drie producten €22 is, dan is de gemiddelde opbrengst €22 / 3 = €7,33. Hopelijk heb je hier iets aan. Grtn, Frank
Economie Academy Hilversum Ik kom er wel uit zo, bedankt!
ik vraag me dus heel erg af waarom dit niet als lesmateriaal word gebruikt... dit is zo effectief en bespaart zo 2 lesuren
Leuk te horen. Ik heb een oplossing voor in de klas ontwikkeld op basis van video. Helemaal afgestemd op het examenprogramma en met veel uitleg video's en video's met nabesprekingen van examenopgaven. Hier meer info: www.economie-academy.nl/docenten-en-scholen
Afspeelsnelheid versnellen helpt
Ff een vraagje, hoe kan je GO en TO lijn tekenen in een grafiek? Dat was vraag 4.
Is dat een vraag voor mij? Over welke vraag 4 heb je het? Grtn
Ik heb altijd geleerd dat een monopolie wel transparant is.
Waarom zegt u hier van niet?
Danielle Zwijnenburg Omdat een monopolist niet transparant werkt. Je weet als consument namelijk slecht te achterhalen waar je voor betaald. Er is geen vergelijkingsmateriaal (geen concurrerende producten) om te bepalen of je gepakt wordt of een eerlijke prijs betaalt. Dus volgens mij is een markt met een monopolie niet transparant. Het gaat om de transparantie te bepalen niet of je makkelijk de aanbieders kan zien (dat is makkelijk met een monopolist) maar of je over voldoende markt informatie beschikt om als consument (voor jezelf) een goede keuze te maken. Duidelijk? Grtn, Frank
thx
Is een patent hetzelfde als een octrooi?
Goede vraag. Ja, dat komt op hetzelfde neer.
goede video
11:48 vetrochel
jij bent een beest
AmaanVzer je moeder gisteravond ook
Luuk jij bent echt kanker grappig
7up en sprite is tog zo goed als het zelfde , dus homogeen?
sommige zien het als hetzelfde sommige niet dat is net als met pepsie en coca cola . dit heten gedifferentieerde producten
Kill bijna 50k views dat gaat echt veel te ver
Zijn de markten van oligopolie en monopolistische concurrentie transparant?
Xxxxx cookiemonster
Beetje late reactie. Ze zijn niet zo transparant als de marktvorm volkomen concurrentie, want de producten zijn heterogeen (dus verschillend). Je hebt ook een homogene oligopolie en die marktvorm is wel iets transparanter dan een heterogene oligopolie. Hopelijk zo duidelijker. Groeten, Frank
Je wilt met me in zee gaan je gooit jezelf voor de haaien.
-Rambo
Sterke lines broer!
Sws neef
kk dik
Bij oligopolie slaat zn stem over hahahahaha xD
Naomi Deerenberg grappig
hahahahahahahahahahahahahahaaha
kan je het iets leuker maken svp
Haha. Leuker kan ik het op dit moment niet maken. Ga het natuurlijk wel proberen. Groet, Frank